Normering

2 | Wat is normering?

Normering is een essentieel onderdeel in het proces van toetsconstructie. In het algemeen is het de laatste stap in dit proces, waarbij een referentiekader wordt verschaft voor de interpretatie van de toetsscores. Bij het centraal examen verstaan we onder normeren het toepassen van de regels volgens welke scores op een examen in cijfers worden omgezet.

Met 'cijfers' worden de cijfers bedoeld van de cijferschaal die in het Nederlands onderwijsbestel gehanteerd wordt en wettelijk voorgeschreven is. De cijfers vormen een vast referentiekader. Dat geldt zowel voor de inhoudelijke waardering (onvoldoende, voldoende, ruim voldoende, goed, etc.) als voor de rekenkundige verwerking bij het toepassen van de uitslagregels.

CvTE-methode
Sinds 2000 wordt bij alle CE's voor de score-cijfer transformatie de CvTE-methode toegepast. Dit is een methode die voor alle examens toepasbaar is. Ongeacht de toegepaste vraagvormen. Hierbij zijn de uitgangspunten geoperationaliseerd in vaste formules waarin alleen de normeringsterm en de schaallengte (oftewel de maximum score) de factoren zijn, die per examen kunnen verschillen. Bij de normering wordt vaak onderscheid gemaakt in het bepalen van de cesuur (grens tussen voldoende en onvoldoende) en - na het vaststellen daarvan - het omzetten van scores in cijfers. Bij de CvTE-methode wordt de cesuur impliciet bepaald door vaststelling van de normeringsterm.
>> CvTE-methode: formules voor omzetting van score naar cijfer

Normeringsterm
De CvTE-methode is voor alle CE's een vast gegeven. Daarom gaat het bij normering van een centraal examen om het bepalen van een normeringsterm (N-term) op een concreet examen door de CvTE-leiding met als doel deze norm te publiceren of toe te passen op feitelijk door kandidaten behaalde scores. De normeringsbeslissing - het vaststellen van de N-term - kan ondersteund zijn door diverse procedures.

In de CvTE-methode is de normeringsterm een ijkvariabele die na de afname van het examen zodanig wordt vastgesteld dat met het examen de beoogde prestatie-eis wordt gesteld. Deze normeringsterm of N-term kan variëren tussen 0,0 en 2,0. De CvTE-methode sluit aan op de basale notie dat een kandidaat die de leerstof in voldoende mate beheerst tenminste de helft van de opgaven goed moet kunnen hebben. Met een N-term van 1,0 haalt een kandidaat met de helft van het maximaal haalbare aantal scorepunten het cijfer 5,5. Het gaat hier om een globale notie dus niet om de exacte operationalisering. De CvTE-methode biedt een ruime marge rondom dit uitgangspunt. Bij een N-term van 0,0 moet een kandidaat iets meer dan 60% van de scorepunten halen om een voldoende te halen. Bij een N-term van 2,0 heeft een kandidaat al een voldoende bij iets minder dan 40% van de maximale score.

Formule
Het merendeel van de scores wordt volgens de hoofdrelatie in een examencijfer omgezet volgens de formule:

C = 9,0 * (S/L) + N .......................................... (1)

waarin:

C = het cijfer voor het centraal examen
S = de score, dat wil zeggen de zuivere aan de kandidaat toegekende score
L = de lengte van de scoreschaal, zoals vastgelegd in het correctievoorschrift
N = de normeringsterm, liggend tussen de waarden N = 0,0 en N = 2,0; vast te stellen door het College voor Toetsen en Examens middels een normeringsbeslissing

Zijn zowel L als N bekend? Dan leidt invullen van de score S direct tot het examencijfer C.

Een ophoging van de normeringsterm met een factor 0,1 leidt meteen tot eenzelfde ophoging van het cijfer.

Verder lezen
>> CvTE-methode: formules voor omzetting van score naar cijfer
>> Informatie over normering op de website van Cito
>> Informatie over normering op Examenblad.nl


Datum: 21 februari 2017