De cijferschaal

Onze cijferschaal 'van 1 tot en met 10' is van een historisch dateerbare oorsprong en kent een lange voorgeschiedenis. De cijferschaal die we in ons onderwijs gebruiken, werd in 1887 door de toenmalige minister van onderwijs Heemskerk geïntroduceerd. Dit had niet zo zeer tot doel om de prestaties van leerlingen te standaardiseren, als wel de tot uitdrukking gebrachte waarderingen wat beter vergelijkbaar te maken. De cijferschaal werd ingevoerd voor de door het rijk gecontroleerde Hogere Burgerscholen, maar werd naderhand ook door andere scholen overgenomen. De cijferschaal heeft al meer dan 120 jaar onderwijsvernieuwing overleefd. De minister zal nooit bevroed hebben dat de cijferschaal zo'n lang leven zou zijn beschoren en evenmin zal hij indertijd de calculerende leerling hebben voorzien die nu op tienden achter de komma nauwkeurig weet welk cijfer nodig is op het laatste centraal examen om voor het diploma te slagen.

Het is niet bekend waarom minister Heemskerk indertijd voor een cijferschaal heeft gekozen die uit tien categorieën bestaat. In andere landen binnen en buiten Europa figureren (en figureerden indertijd) heel andere typen. De cijferschaal is derhalve een specifiek kenmerk van het Nederlandse onderwijsbestel.

Bij het CE wordt gewerkt met cijfers met één decimaal van 1,0 tot en met 10,0.