4.2 | Opbouw van de besluitvorming
In de besluitvorming rondom de normering zit een opbouw. Er worden naar de definitieve besluitvorming toe steeds meer criteria en facetten in beschouwing
genomen. Voorafgaand aan de examenafname is bezien welke relevante gegevens verzameld zouden moeten worden om een technisch advies uit te kunnen brengen.
Het technisch advies is de eerste input van het proces van besluitvorming. Soms gebeuren er echter dingen waarop in het technisch advies niet geanticipeerd is.
Voorbeelden zijn tijdnood bij de afname, een opgave die vakinhoudelijk niet helemaal correct is, of een examen dat bij het handhaven van de standaard een uitzonderlijk
hoog percentage onvoldoende te zien geeft. Dit soort zaken is voor een faire normering van het examen wel van belang. Zij kunnen dus consequenties voor de normering
hebben.
Criteria die in de besluitvorming worden betrokken
Regels
Voor het opstellen van het technisch normeringsadvies zijn strikte procedures uitgewerkt. Voor niet-voorziene eventualiteiten is een gedetailleerd uitgewerkt stelsel van regels niet mogelijk. Toch wordt ook de weging van kwalitatieve gegevens zo veel
mogelijk gestandaardiseerd. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de wijze waarop wordt omgegaan met een vraag in het examen die achteraf toch niet geheel
vakinhoudelijk correct blijkt te zijn. Indien een fout tijdig geconstateerd wordt, ontvangen de correctoren een aanvulling op het correctievoorschrift. Bijvoorbeeld
de instructie om voor de desbetreffende vraag het
maximum aantal scorepunten toe te kennen, ongeacht het gegeven antwoord en ongeacht of een antwoord is gegeven. De opgave
zorgt dan niet meer voor onterechte variantie tussen kandidaten. De compensatie voor deze opgave wordt meteen in het technisch normeringsadvies verwerkt. Indien
de fout pas achteraf wordt geconstateerd, dient er alsnog voor gecompenseerd te worden. Dat gebeurt dan via de N-term, waarbij ervoor gezorgd wordt dat geen kandidaat
nadeel ondervindt van de fout.
>> Zie ook: Hoofdstuk 5 | Equivalering
Finale vaststelling normeringstermen
De CvTE-leiding hanteert bij de finale vaststelling van de normeringstermen een aantal algemene uitgangspunten. Het meest uitgesproken uitgangspunt betreft
natuurlijk 'niveauhandhaving', maar er wordt bijna nooit alleen op basis van statische gegevens een normering vastgesteld. Bij vernieuwing van examenprogramma's,
uitsluiting van domeinen, wijzigingen van de toegestane hulpmiddelen zal altijd bezien moeten worden of een vak niet al te zeer uit de pas gaat lopen. De CvTE-leiding
toetst de uitgebrachte normeringsadviezen bijvoorbeeld ook op consistentie over vakken en op maatschappelijke acceptatie. De uitgangspunten van de CvTE-leiding worden
altijd voor de besluitvorming met Cito-toetsdeskundigen en CvTE-vaksecties gecommuniceerd.
>> Terug naar: Hoofdstuk 4 | Hoe komt de normering tot stand?
Datum: 21 februari 2017
|