Referentiesets

4 | Wat zijn referentiesets?

Een referentieset bestaat uit meerdere opgaven die samen per referentieniveau het inhoudelijk beschreven kennisdomein goed meten. De opgaven hebben hun oorsprong in verschillende onderwijssectoren. Alle opgaven zijn afgenomen in de onderwijssectoren die voor de set relevant zijn. Er is een prestatiestandaard vastgesteld voor de referentieset.

De kenmerken van een referentieset zijn:

  • De set is inhoudelijk representatief voor het beschreven kennisdomein.
  • De set bevat verschillende soorten opgaven: zowel open vragen als meerkeuze-opgaven.
  • De opgaven zijn oorspronkelijk geconstrueerd voor verschillende onderwijssectoren.
  • Alle opgaven in de referentieset zijn in principe afneembaar in alle onderwijssectoren.
  • De sets zijn afgenomen in meerdere onderwijssectoren.
  • De prestatiestandaard is vastgesteld.

Inhoudelijk representatief
Dit betekent dat de referentieset opgaven bevat uit alle onderscheiden domeinen en daarnaast ook verschillende soorten opgaven bevat. De opgaven zijn afkomstig uit de onderwijssectoren voor wie het niveau als fundamenteel is aangeduid. Een set bevat zowel moeilijke als makkelijke opgaven.

Soorten opgaven
De referentiesets maken een vergelijking tussen toetsen mogelijk. Om zo veel mogelijk toetsen te kunnen vergelijken is het van belang om zowel open als gesloten vragen in een referentieset op te nemen. Het opnemen van zowel open als gesloten vragen zorgt er tevens voor dat er binnen een referentieset meer mogelijkheden zijn om het domein volledig te representeren.

Oorsprong opgaven
De opgaven zijn oorspronkelijk geconstrueerd voor een specifieke onderwijssector. Zo zijn er bijvoorbeeld opgaven die specifiek gericht zijn op leerlingen uit het basisonderwijs. Maar er zijn ook opgaven beschikbaar voor leerlingen in het mbo. Een referentieset bevat opgaven met een verschillende oorsprong. Welke onderwijssectoren opgaven aanleveren is afhankelijk van de te behalen referentieniveaus in de sector. Dit betekent bijvoorbeeld dat opgaven die geconstrueerd zijn voor het primair onderwijs opgenomen worden in de 1F-referentieset, dit is het fundamentele niveau. Maar de 2F-referentieset bevat ook opgaven uit het primair onderwijs, dit is namelijk het streefniveau voor deze leerlingen.

Opgaven zijn afneembaar
Het is voorstelbaar dat sommige opgaven inhoud bevatten die niet geschikt is voor alle doelgroepen. Denk bijvoorbeeld aan een leestekst over alcoholgebruik. Deze tekst kan geconstrueerd zijn voor gebruik in het mbo, maar is minder geschikt voor gebruik bij leerlingen uit het primair onderwijs. De opgaven die geselecteerd worden voor de referentiesets zijn in principe afneembaar in alle onderwijssectoren.

Opgaven in referentieset zijn afgenomen
Het is noodzakelijk om alle opgaven van een referentieset in alle relevante onderwijssectoren af te nemen. Alleen op deze manier is het mogelijk om te bepalen hoe de ordening van items op basis van moeilijkheid per groep verschilt in alle relevante onderwijssectoren. Afhankelijk van het gebruik in centrale toetsen en examens is gekozen voor digitale of papieren afnames.

Prestatiestandaard vastgesteld
Wanneer alle opgaven van een referentieset afgenomen zijn in alle relevante onderwijssectoren wordt een prestatiestandaard vastgesteld. Deze prestatiestandaard geeft weer hoeveel opgaven van de referentieset een leerling goed moet hebben om een bepaald referentieniveau te halen.

>> Lees verder: 5 | Welke referentiesets zijn gemaakt?


Datum: 19 augustus 2016

Meer informatie

Toetsing referentieniveaus taal

Toetsing referentieniveaus rekenen