Normering met een vaardigheidsschaal

1 | Doel van normering met een vaardigheidsschaal

Zoals gebruikelijk bij examens, worden bij de centrale rekentoets in het voortgezet onderwijs en de centraal ontwikkelde examens taal en rekenen (COE) in het middelbaar beroepsonderwijs cijfers toegekend. Deze cijfers worden bepaald volgens de systematiek 'normering met een vaardigheidsschaal'.

Het gebruik van een vaardigheidsschaal is vooral geschikt als er meerdere varianten van een examen zijn. Dit is het geval bij COE en rekentoets VO. De ene variant heeft soms net iets makkelijkere opgaven dan de andere variant. Voordat een opgave is voorgelegd aan examenkandidaten kan niet altijd heel precies worden ingeschat wat de moeilijkheid van een opgave is. Bij het toekennen van cijfers houden we daar rekening mee. Op de makkelijkere varianten moet een kandidaat dan iets meer vragen goed beantwoord hebben om een 6 te krijgen dan bij de moeilijkere varianten. We kunnen ook zeggen: een kandidaat moet eenzelfde vaardigheid aantonen voor een 6, ongeacht de variant die hij of zij maakt. En dit moet ook gelden voor ieder ander cijfer. Ongeacht de variant die gemaakt wordt, moet eenzelfde aangetoonde vaardigheid steeds beloond worden met eenzelfde cijfer.

Verschil met normering centrale examens
De methode van normering met een vaardigheidsschaal wijkt af van de normeringsmethode die bij de centrale examens in het voortgezet onderwijs wordt gebruikt.
Meer informatie over het verschil tussen beide methodes leest u in het document Verschil normering centrale examens vo en normering met vaardigheidsschaal .

Lees verder: 2 | Meten van vaardigheid


Datum: 9 april 2013

Meer informatie

Centraal Ontwikkelde Examens (COE)

Rekentoets VO